Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wetboek van Strafrecht

 

Artikel 77o
1
De raad voor de kinderbescherming heeft tot taak de voorbereiding en de ondersteuning van de tenuitvoerlegging van taakstraffen. Over de wijze waarop de veroordeelde de taakstraf uitvoert, kan het openbaar ministerie inlichtingen inwinnen bij de raad voor de kinderbescherming. Het openbaar ministerie kan diens medewerking inroepen en hem de nodige opdrachten geven. De raad voor de kinderbescherming is bevoegd aanwijzingen te geven aan de stichting, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg, wanneer het de tenuitvoerlegging van een taakstraf door de stichting, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg betreft.
2
Het openbaar ministerie kan na overleg met de raad voor de kinderbescherming en de veroordeelde, de opgelegde straf, behoudens voor wat betreft het aantal opgelegde uren, wijzigen indien het van oordeel is dat de veroordeelde de taakstraf niet geheel overeenkomstig het vonnis of de strafbeschikking kan of heeft kunnen volbrengen. Hij benadert daarbij zo veel mogelijk de opgelegde taakstraf. Het openbaar ministerie geeft hiervan kennis aan de veroordeelde en de raad voor de kinderbescherming.
3
Het openbaar ministerie doet deze kennisgeving zo spoedig mogelijk aan de veroordeelde betekenen. De kennisgeving behelst het aantal uren dat naar het oordeel van het openbaar ministerie reeds naar behoren is volbracht, alsmede de straf zoals deze voor het overige nader is vastgesteld.
4
Tegen de kennisgeving, bedoeld in het derde lid, kan de veroordeelde binnen veertien dagen na de betekening een bezwaarschrift indienen bij de rechter die de straf oplegde. De rechter kan de beslissing van het openbaar ministerie wijzigen. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •